Bergen 04_06/08/2023
Na ons bezoek aan Mechelen in juni, is het tijd om de tweede Cera Goodwalk te gaan ontdekken in Wallonië, nl. Bergen.
Bergen was de hoofdstad van Henegouwen en culturele hoofdstad van Europa in 2015. Het is ook de stad waar het befaamde volksfeest van de Doudou, waar een draak de hoofdrol speelt, plaatsvindt! Dit monster is niet weg te cijferen in de straten van de stad. We laten er ons rondleiden door de steile en geplaveide straten, ontdekken het historische centrum en de universiteitswijken, om dan te eindigen in de bovenstad, waar het Belfort de stad domineert. Het meest indrukwekkende gebouw in Mons is het stadhuis. Jammer genoeg stond deze in de steigers en volledig aan het oog onttrokken.
Sien en Dien hebben de smaak te pakken en met ons vieren sporen we naar Bergen.
Trein: Oostende 7:42 Oostende - 10:15 Bergen
Bergen 14:19 - Oostende 17:20 en met de bus naar huis.
Het slechte weer van de afgelopen dagen had ons bijna thuis gehouden, maar gelukkig hebben we doorgezet en viel het al bij al wel mee (op 2 regenbuitjes na).
04/08 - DAG 1
We arriveren op het perron van het tijdelijk station in Bergen.
Aan het nieuwe station, dat je hieronder ziet, wordt sinds 2014 gewerkt en het zou rond oktober van dit jaar klaar moeten zijn.
De Spaanse ontwerper Calatrava, die ook het station van Luik ontwierp, heeft hier van de metalen constructie een libel gecreëerd.
We zetten eerst onze tassen af in het nabijgelegen Ibishotel en gaan onmiddellijk aan de slag met de wandelgids.
We stappen richting het centrum en in de Rue des Capucins treffen we enkele iconische muurschilderingen van Bergen en de Ducasse aan.
Voor de Rue des Capucins werd het thema 'de Doudou' aangevraagd. Dit volksfeest is voor Mons wat het carnaval betekent voor Rio.
Niet iedereen heeft ervoor gekozen om zich niet volledig te storten op het thema 'de Doudou',
maar toch zitten er verwijzingen in verstopt, zodat het publiek helemaal kan opgaan in de streetarts.
Fontein voor l'Église Notre-Dame de Messines op Place du Bastion Vert.
Op het dak van een vroegere militaire bakkerij bevindt zich 'Le Jardin Suspendu'. Een park dat door vrijwilligers wordt gerund.
Het gebouw wordt nu gebruikt door jeugdverenigingen.
Wat verder brengt Rue du Saudart ons naar het voormalige slachthuis, dat net naast het Parc de la Grande Pêcherie ligt.
Sinds 2006 is het toegankelijk voor het publiek en lopen er tijdelijke tentoonstellingen en evenementen rond hedendaagse beeldende kunst.
In het klooster van de Fucam-ateliers, presenteert "vzw Inclusion Mons" voor de 11e editie de tentoonstelling "Art et moi".
Deze tentoonstelling brengt enkele honderden werken van kunstenaars met een beperking samen.
Op de binnenplaats vind je een draak gemaakt van paren sokken die niet bij elkaar horen.
In de Rue des Soeurs gaan we de speelplaats op van 'ARTS²", de Hogere Kunstschool van de Federatie Wallonië-Brussel. Het afdak is in de vorm van een tent.
We lopen nu door Rue de la Grande Triperie.
Hier zien we aan onze rechterkant Hotel Dream. Dit hotel is gehuisvest in een ontwijde kerk (1851).
Ertegenover zien we een gebouw met een honderdtal universiteitskoten, dat onlangs werd gerenoveerd met milieuvriendelijke materialen én bijzondere aandacht voor het welzijn van de studenten.
Aan het kruispunt met de Rue de Houdain en de Rue des Fripiers, gaan we linksaf om het fresco 'Eldorado' van Cix en Duek Glez te bewonderen.
We keren op onze stappen terug naar het kruispunt en zien grappige silhouetten in de ramen op de bovenverdieping.
Twee studenten van 'Arts²' in Bergen, stonden in het kader van hun project 'True Story' even stil bij de vele dicht getimmerde vensters die de stad telt en wat de betekenis ervan was. Tot het begin van de vorige eeuw spijkerden sommigen hun vensters vrijwillig dicht, omdat de belasting op natuurlijke personen deels op de woning werd berekend, meer bepaald op het aantal vensters. Dus hoe minder vensters, hoe minder te betalen! Zo fantaseerden de kunstenaars wat er achter de gesloten vensters zou zitten door er reproducties van comics en posters van Hollywood films uit de fifties op te hangen.
Even verderop in de Rue de Houdain, gaan we de tuin in van de polytechnische faculteit.
Het Collège de Houdain, heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1545. Het wordt door de École des Mines in dienst genomen in 1878.
Het standbeeld van Théophile Guibal en Alphonse Devillez staat sinds 1902 in de tuin opgesteld.
Deze twee jonge docenten, van 23 en 24 jaar, kregen in 1837 de opdracht om de opleiding uit te bouwen.
We slaan rechtsaf en bij het kruispunt met Rue de Halle zien we bij huisnummer 1 'L'Homme des Cavernes' (Levalet).
Via de drie vensters krijgen we een humoristische kijk op onze westerse samenleving.
Moderne mannen worden er afgebeeld als holbewoners, elke figuur hanteert een primitief gereedschap.
Vlak ernaast neemt de fresco 'Farm Prod' (collectief van verschillende kunstenaars). de hele gevel in beslag. Het bestaat uit twee delen: het ene hemelse deel met 'Les Amoureux' Adam en Eva, het andere deel toont de iconische figuren van tarotkaarten.
Tegenover deze twee muurschilderijen zien we een heel ander werk van twee Belgische kunstenaars Jérôme Meynen en Antoine Detaille. 'Hell'O': Aan de hand van de muur en de zestien losstaande dragers maak je als toeschouwer een reis doorheen de tijd en verschillende stijlen! Ikzelf zie hier niet veel in 😵🤔!
Een ferme regenbui dwingt ons te schuilen onder de ogen van 'Hell'O'.
Als we even later de Boulevard Dolez oversteken, botsen we op een Amerikaanse tank, die op een pleintje voor het 'Mons Memorial Museum' staat.
Vijfenzeventig jaar nadat hij Bergen binnenrolde, begin 1944, is deze tank een symbool.
Bergen was de eerste Belgische stad die door de Amerikaanse soldaten werd bevrijd.
Het museum nodigt ons uit om de permanente tentoonstelling, die ons confronteert met de militaire geschiedenis van de streek rond Bergen, te bezoeken.
'Kèèrt eki wère' tot aan Rue Spira. Deze wijk straalt nog altijd de architecturale stijl van de voormalige mijnwerkershuisjes uit. (Foto: Jean-Pol Grandmont).
Het westen en zuidwesten van Bergen maakten deel uit van de Borinage. Deze oude mijnsite was van groot belang in de negentiende en begin twintigste eeuw.
We gaan vervolgens naar de Jardin Gustave Jacobs. Deze vredige passage is een eerbetoon aan Gustave Jacobs, beeldhouwer uit Bergen,
aan wie de stad de vele bas-reliëfs en monumenten van het stadhuis en de tuin van Mayeur te danken heeft.
Een kleurrijke muurschilderij 'l'Escapade' siert een volledige tuinmuur.
Vanuit de tuin komen we uit op de Rue d'Havré en de Sint-Niklaaskerk. Rechts van de kerk gaan we een middeleeuws straatje in.
In Rue de Nimy staan we voor de werken 'Je crois aux nuits' .
Op het einde van de Rue de l'Atre komen we uit op het gebouw van de RTBF.
We slaan linksaf en aan het gebouw van het Provinciebestuur van Henegouwen volgen we de Rue Verte tot op het einde.
Tegenover een ambachtelijke bakkerij zien we terug een fresco in de ramen 'Le couple de la rue verte'.
Het Théatre le Manège vestigde zich in een voormalige militaire manege. We stappen verder langs het indrukwekkende glasraam naar een kasseistraatje aan de overkant, dat onder een kleine boog loopt en zich net naast de binnenplaats van MArS (Mons Arts de la Scène) bevindt.
Als we het steegje uitlopen, gaan we rechtsaf naar de parking van de Delhaize.
Op de gevel prijkt een prachtig muurschilderij 'Don't sleep on your dream'.
We gaan nu in tegengestelde richting naar de markt en stoppen even bij het Mundaneum.
Het Mundanuem is een tentoonstellingsruimte en een archiefcentrum waar alle kennis van de wereld verzameld wordt.
Aan de andere kant van de straat zien we het fresco "Global City".
De kunstenaar Leonidas wou een compositie maken die het concept en de geschiedenis van het Mundaneum en de ideeën van de oprichters ervan weergeeft.
Dichtbij het Visitandinnenklooster in de Rue de Nimy, passeren we Maison Losseau, een art-nouveauhuis.
De eigenaar Léon Losseau, voerde in het begin van de twintigste eeuw in zijn gezinswoning kolossale werken uit en wou een voortrekkersrol spelen om alle kenmerken van de moderne tijd erin te integreren. Zo was hij de eerste Bergenaar die over centrale verwarming, een lift en elektrische verlichting beschikte.
We keren stilletjesaan terug naar het hotel.
In het hart van de 'Cité du Doudou' kan je op vier plaatsen twintig dromerige beelden ontdekken van de Catalaanse beeldhouwer Jaume Plensa.
Als we de grote markt doorkruisen, zien we hier al een paar indrukwekkende, langgerekte (7 m) en samengeperste,
gezichten in antraciet metaal van een vrouw met gesloten ogen.
Aan de fontein staat nog een metalen constructie 'White nomad' van dezelfde kunstenaar.
In het hotel klinken we op een geslaagde mooie eerste dag en gaan na een verkwikkende douche Grieks eten in 'La Grillade'.
05/08 -DAG 2
Na een lekker ontbijtje, trekken we 3 km verder naar het dorp Cuesmes, waar het museum 'Maison Van Gogh' is.
Op de terugweg naar de grote markt, houden we even halt op Place du Béguinage. Hier staat het voormalige begijnhof van Cantimpret dat in het midden van de dertiende eeuw werd gesticht door Margaretha van Constantinopel (gravin van Vlaanderen en Henegouwen van 1244 tot 1280) en waarvan de oude kapel nog steeds bestaat, zichtbaar aan de achterkant. Het Grand Hospice is gerestaureerd en huisvest nu de externe diensten van Henegouwen: Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie..
Op het Begijnhofplein zien we deze fresco hangen. Het houdt verband met de Zondagsmarkt die al tientallen jaren wordt gehouden in deze wijk van Bergen.
De Grote Markt met wat animatie.
In de ontwijde Sint-Joriskapel die grenst aan het stadhuis, hangen in een kruisgewelf 2 albastgezichten van 1,80 m.
In het zaaltje ervoor staan drie langgerekte gezichten van bijna 3 m met gesloten ogen.
Naast het stadhuis nemen we de gebeeldhouwde doorgang en komen zo in de Jardin du Mayeur. Een kleine oase van rust in het hart van de stad.
Even een hartig woordje zeggen tegen 'Le Ropieur', die de voorbijgangers bespat. Hier zien we nog een kunstwerk van Jaume Plensa.
In de achtertuin van het Museum van de Doudou zitten zeven bronzen figuren die elk een boompje omarmen. Ze zijn overdekt met letters, die de namen van componisten vormen. Letters en tekens, nog een handelsmerk van Jaume Plensa. Hij smeedt symbolen, muzieknoten, letters uit allerlei alfabetten aan elkaar en maakt er bol- of mensvormige beelden van, soms in een foetushouding.
Het Museum van de Doudou.
Van de originaliteit van de rituele Ducasse van Bergen, tot de legende van Sint-Joris, tussen realiteit en verbeelding.
Het Museum van de Doudou wil de verschillende aspecten van deze universele en eeuwenoude geschiedenis begrijpen en valoriseren.
In Bergen is de Doudou de populaire naam van een week van grote jubel,
waarvan de rituele Ducasse het hoogtepunt is tijdens het weekend van de Drie-eenheid, hetzij 57 dagen na Pasen.
De oorsprong gaat terug tot de veertiende eeuw.
Op 25 november 2005 riep UNESCO de Doudou uit tot "Meesterwerk van het orale en immateriële erfgoed van de mensheid".
Het volksfeest bestaat uit vier hoogtepunten:
1. De afdaling van het heiligdom van Saint Waudru. Tijdens deze plechtige zitting vertrouwt de deken de relikwieën van de heilige toe aan de burgemeester, om ze de volgende dag door de straten van de stad te processeren.
2. De processie van de Car d'Or. Zo'n duizend vijfhonderd deelnemers, verdeeld over zestig groepen, paraderen in historische kostuums. Ze reconstrueren de broederschappen en gilden die sinds de middeleeuwen de rijkdom en macht van de Hainuyère tot hoofdstad hebben gemaakt. Geharnast door zes robuuste trekpaarden zal de Car d'Or alle ogen trekken tijdens zijn reis door de stad.
3. De opkomst van de Car d'Or. Aan het einde van de Processieroute verzamelt het publiek zich massaal achter de Car d'Or. In het algemene enthousiasme hijsen duizenden handen het team vervolgens naar de top van de verharde steile helling die langs de collegiale kerk loopt. De inzet is hoog: volgens de legende moet de Car d'Or de helling met een enkele impuls beklimmen om ongeluk voor de stad te voorkomen.
4. The Fight met Lumeçon. De relikwieën van Saint Waudru zijn amper teruggekeerd naar de collegiale kerk of St. George bereidt zich al voor om de Draak te confronteren. Na de triomfantelijke afdaling van de collegiale kerk naar de Grote Markt staan duizenden mensen te popelen om het gelukkige paardenhaar af te scheuren dat de staart van "el biète", de Draak, beëindigt. St-Georges vecht tegen de draak met zwaard, maar het monster wordt uiteindelijk doodgeschoten.
We verlaten het museum langs de Rue du 11 novembre en slaan vervolgens de Rue d'Enghien in.
De 'Passage Victor Hugo' brengt ons naar een kleine tuin.
Wat verderop nemen we de tweede doorgang 'Panorama' met artiestieke allures.
Iets verder gaan we via een steile doorgang naar het Kasteelpark en staan we op het hoogste punt van de stad.
Op de site van het Belfort loopt momenteel een tentoonstelling over 'Schoonheid zal de wereld redden'.
Het Belfort is uniek vanwege zijn barokstijl.
We stappen in de glazen lift en laten ons meenemen naar het hoogste punt van de stad!
Met z'n hoogte van 87 m en 49 klokken is het Belfort een echt symbool van de stad Bergen en een belangrijk herkenningspunt in het landschap.
Op twee derde van de totale hoogte zijn we aangenaam verrast door een schitterend panoramisch zicht van 360° over de stad.
Na een steile afdaling van de 365 treden van het Belfort, blijven we afdalen tot aan de Collegiale Sint-Waltrudiskerk.
Hier bevinden zich het schrijn, waar het allemaal om draait tijdens 'de Doudo' en de gouden processiekoets.
Hangend in het schip van de kerk, nodigen de 'Invisible' ons uit tot stilte.
In witte stukken glad albast zitten fragiele ineengedoken gezichten in cocons.
De werken zijn terug van Jaume Plensa.
In de schaduw van de kerk zit 'Lucie en de Vlinders'.
Hier levert de kunstenaar een monumentaal werk dat de onschuld en zuiverheid van de kindertijd voorstelt, naar het voorbeeld van zijn dochter Lucy.
's Avonds keren we nogmaals terug naar de grote markt en gaan lekker Italiaans eten bij 'La Primavera'. Il nonno kan er weg mee.
Morgen staat het 'Grand Hornu' in Boussu op ons programma. Dus gaan we na het eten nog even de uren van de bus en standplaats aan het station checken.
06/08 - DAG 3
Een twintig minuten durende rit zet ons heel dicht bij de site af.
Deze site beslaat wel 10.000 vierkante meter en de gebouwen van de oude steenkoolmijn vormen één indrukwekkend groots geheel.
Le Grand Hornu is een monumentale neoclassicistische structuur van de 19e eeuw en omvat een van de oudste wooncomplexen voor arbeiders ter wereld. De site is geklasseerd als werelderfgoed door de UNESCO en laat bezoekers kennismaken met de stichter Henri De Gorge, een grootindustrieel en een echte visionair. Reeds in 1810 droomt deze man ervan om in het stadje Hornu een ideaal wooncomplex te bouwen waar arbeiders genieten van een voor die tijd ongezien niveau van comfort. Hij laat 450 ruime woningen bouwen die stuk voor stuk voorzien zijn van warm water en een tuin. Daarna volgt er een school, een bibliotheek, een danszaal, handelszaken, een polikliniek ... (Bron: VisitMons.be)
Het museum Grand-Hornu Images brengt tentoonstellingen met betrekking tot design en toegepaste kunst.
Het standbeeld van de stichter Henri De Gorge.
De grote ijzeren poorten met uitpuilende lichaamsdelen zien er luguber uit!
In 1830 legt De Gorge de eerste spoorweg aan in Grand-Hornu om de steenkool naar het kanaal te vervoeren in door paarden voortgetrokken goederenwagons.
't Busje komt zo en deze brengt ons naar het station, waar we de terugreis aanvangen. Wat hebben we genoten van deze mooie en interessante stedentrip.
Mons is een verborgen pareltje in Wallonië.
Maak jouw eigen website met JouwWeb