25/11/2020 Belsele - Sinaai - 2e Hello Belgium-wandeling


Om van de Hello Belgium pass te profiteren, schudt Bart elke maand een wandeling uit z'n mouw. 
Dit keer stappen we een stukje van de streek-GR Waas- en Reynaertland. Verkozen tot wandelroute van het jaar 2020.

Treinreis:

  • We vertrekken om 09u09 in Oostende met trein 1809 naar Antwerpen-Centraal. Overstap in Lokeren van 10u14 tot 10u22. Aankomst Belsele 10u31.
  • De wandeling is een kleine 20 km, ongeveer 5 uur stappen, maar we rekenen op 6uur, tijd genoeg dus voor een fotootje onderweg.
  • Terugreis: Sinaai 15u32, overstap in Lokeren van 15u38 tot 15u46, Oostende 16u51.

Deenemers: Bart, Edith, Kim, Jenny

Speelbos Mierennest ligt langsheen de fietssnelweg tussen Sint-Niklaas en Lokeren. De dichtstbijzijnde straat is de Mierenneststraat te Belsele. De fietswegel doorkruist de twee delen van het bos, nl. een kleiner loofbos zonder speeltuigen en een groter naald – en loofbos met speeltuigen, speelheuvels en een grote waterplas.

Belsele is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Sint-Niklaas. Vanwege diverse bodemvondsten uit de Late IJzertijd en de Gallo-Romeinse periode wordt Belsele als één van de oudste Wase nederzettingen bestempeld. Fundamenten van een Romeinse villa in de wijk Steenwerk ondersteunen het vermoeden dat de dorpskom ontstond langs de baan Antwerpen-Gent-Rijsel.
De benaming Belsele komt al voor in documenten uit de negende eeuw. Het achtervoegsel -sele verwijst naar een Frankische oorsprong. In de tweede helft van het eerste millennium was er wellicht een kleine Frankische landbouwgemeenschap gevestigd op de Belseelse heide (de Mierennest).

Gemeentehuis

 Langs het wandeltraject van Streek-GR Waas- en Reynaertland staan op een aantal plaatsen die worden gerelateerd met het Reynaertverhaal rustbanken opgesteld. Zeven in totaal. Niks bijzonders misschien was het niet dat de routeverloop van het huidige lange afstandspad eigenlijk mee werd bepaald door de plaatsen waar ze staan (en niet omgekeerd). Een Reynaertbank is dan ook geen gewone rustbank. Er worden telkens in gotisch schrift 2 versregels uit het Reynaertepos geciteerd op de bankrug en er is een eenvoudig, geschilderd Reynaerttafereeltje aangebracht. De Reynaertbanken hebben inmiddels zelfs een emotionele-historische waarde, de oudste groep van rustbanken staat er al sinds 1955! Ze werden geplaatst naar aanleiding van de opening van het eerste Reynaertpad in 1955, toen eigenlijk enkel een autoroute,

De huidige dorpspomp dateert van 1858. Ze was de enige bron van drinkwater voor veel dorpsbewoners tot aan de komst van het leidingwater. Hoewel de pomp in onbruik is geraakt,  blijft ze mee het dorpsgezicht bepalen. In 2009 werd de dorpspomp verfraaid met de ‘Wassende Vrouwen’ van de Belseelse kunstenares Dora De Koninck. 
(Bron: Stad Sint-Niklaas)

De inwoners van Belsele heten "Kloklappers". Dit komt zo: Vele jaren geleden was er te Belsele een klok gebarsten. Op zekere dag kwam er een ketellapper in het dorp, die beweerde de klok te kunnen maken. Men vroeg hem wat hij daarvoor nodig had en hij antwoordde "Klokspijs van goud en zilver en ge zult nooit een schonere klank gehoord hebben". Al spoedig werd hem al het goud en zilver gebracht dat er in het dorp voorhanden was en de volgende dag zou de kunstenaar met zijn werk beginnen. Maar 's anderdaags was de ketellapper niet meer te horen of te zien. Vanaf toen kregen de Belselenaren de spotnaam Kloklappers, later veranderde de spotnaam in Ketellappers.

Spotrijm:

De Belceleneren zullen hulder nie laten foppen,
Want zij lappen hun klokken.
Als hun klok geborsten is,
Zijn zij aan 't lappen zonder remies.
Ik zeg het bont en kleer:
Een kloklapper is ieder Belceneer

Parkgebied Hof van Belsele

Het 4,5 ha grote, openbare park kent een niet-alledaagse ontstaansgeschiedenis. Bouwpromotoren aasden decennialang op het gunstig gelegen gebied tussen Belseledorp, de Kasteeldreef en de N70 om er een verkaveling te realiseren. De lokale milieuvereniging De Raaklijn verzette zich hiertegen en organiseerde petities. Uiteindelijk kocht een lokale mecenas het in 2006 aan en werd het ingericht als parkzone met voetwegen. Aan de rand baant de Belselebeek zich slingerend een weg door het landschap.

Het gebied oogt niet alleen mooi. Het doet ook dienst als bufferbekken om wateroverlast te voorkomen.

Het kasteel van Belsele, ook bekend als het ‘Hof van Belsele’ of het ‘bisschoppelijk kasteel’, staat er tegenwoordig opnieuw in volle glorie bij. Er wonen geen adellijke heren, bisschoppen of priesters meer, maar een eigenaar die er een punt van eer van maakt om dit waardevol stukje Belsele te behouden.

De site dateert van 1236 als thuisbasis van de eerste ‘Heer van Belsele’. Er bleven lieden met ronkende titels in wonen tot in 1754. Toen kocht de Gentse bisschop Maximiliaan van der Noot het 4,2 ha grote domein aan. Hij liet het kasteel verbouwen tot zomerresidentie. Van 1808 tot 1872 was er een kostschool in gevestigd. Na een periode van bewoning liet de Gentse bisschop met Sint-Niklase roots Antonius Stillemans het kasteel in 1904 opnieuw verbouwen en uitbreiden om dienst te doen als verblijf voor priesters op rust. Die bestemming bleef behouden tot 2003. Toen kwam het opnieuw in handen van een particulier.

De Belseelse bossen

Verscholen in de bossen van de Gouden Leeuw aan de Sinaaiwegel blijft de Boskapel een van de populairste Mariabedevaartsoorden van het Waasland.

De kapel voor Onze-Lieve-Vrouw-Troost-in-Nood heet ze officieel, maar iedereen kent ze als de Boskapel. Al in de 18de eeuw was hier een bedevaartsoord voor Maria gevestigd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen heel wat mensen uit de omgeving naar hier om voor de soldaten aan de IJzer te bidden. Zeven mensen deden dat elke dag van de oorlog. De soldaten voor wie ze baden, zijn in de Westhoek gespaard gebleven. Uit dankbaarheid werd in 1920 de nieuwe Boskapel gebouwd die er nu nog steeds staat.

Aan de overkant van de kapel bevindt zich een Mariaparkje met zeven statiekapelletjes. Ze stellen de ‘zeven weeën’ van Maria voor. 

Op weg naar Sinaai

De Sint-Catharinakerk van Sinaai

Dateert uit 1267 maar werd omstreeks 1841-1844 grondig verbouwd en vergroot in de neobyzantijnse stijl. De kerk is gewijd aan de heilige Catharina van Alexandrië. 

De heilige Catharina was een adellijke vrouw uit Alexandrië in Egypte. Zij werd geprezen om haar kennis van de filosofie en haar vroomheid. Zij weigerde het huwelijksaanzoek van de romeinse keizer Maxentius. Hij kon deze afwijzing niet verkroppen en wilde haar dwingen haar geloof af te zweren. Hij dreigde met folteringen en stuurde veertig heidense filosofen op haar af om haar te bekeren, maar in plaats van Catharina werden de geleerden bekeerd tot het christendom. Daarop wilde hij haar laten verpletteren met een rad met scherpe ijzeren punten waren gemonteerd. In plaats van Catharina brak echter het rad. Hij wilde haar laten verbranden, maar het vuur waaide uiteen en verbrandde de beulen. Uiteindelijk lukte het om haar te onthoofden. Uit haar wonde stroomde melk die de stad van de pest bevrijdde. (Bron: Stichting Open Kerken)

Sinaai is het prototype van een centrumdorp dat zich centrifugaal vanuit het dorpsplein met kerk en schepenhuis heeft ontwikkeld. De dorpskom wordt bepaald door een rechthoekige structuur van het kerkhof en de dries, welke reeds in 1219 is aangelegd. Door de gebondenheid van dries en kerkhof vormen deze zowel historisch als esthetisch één geheel. De dries was vroeger ‘braakliggend’ terrein, dat dikwijls gebruikt werd voor de beweiding, voornamelijk met schapen. Ook voor dorpsbijeenkomsten en manifestaties werd de dries gebruikt. Vroeger stond er een kiosk en staande wip op het plein. Deze dries heeft een 18de eeuwse arduinen pomp, een kerk en systematische aanleg van 19de eeuwse gebouwen in neogothische stijl.

Vanaf de verovering van “België” door de Franse Republiek is het gebruikelijk geweest vrijheidsbomen aan te planten. In 1794 verplichtte de leiding van de provincie Oost- en Zeeuws –Vlaanderen (het latere Scheldedepartement) alle schepencolleges een vrijheidsboom aan te planten indien degene van 1792 verdwenen is. Dit bevel wordt vermeld in de resolutieboeken van Sinaai en de meier zal deze boom aanplanten zoals opgenomen is in actum d.d. 7 april 1795.

Op 5 april 1831 werd bij de Belgische Onafhankelijkheid een nieuwe vrijheidsboom geplant in Sinaai. De zomereik die ongeveer in het midden van de dries staat is hoogst waarschijnlijk de vrijheidsboom uit 1831.

Alleen al op basis van de stamomtrek is duidelijk dat deze boom een respectabele leeftijd heeft. In het Waasland is hij daardoor een van de hoogste, dikste en oudste eiken. Bovendien is hij op de dries een beeldbepalend object met een mooie representatieve groeivorm. (Bron: Erfgoed Vlaanderen)

Laatste kilometers ,,,,

Station Sinaai is een spoorwegstation langs lijn 59 in Sinaai, een deelgemeente van de stad Sint-Niklaas. Het werd geopend in 1849. Tot 1909 heette dit station Duizend Appels (Milles Pommes), naar de naam van een herberg op de grens tussen Waasmunster, Sinaai en Belsele waar het station in feite gelegen is.