100 KM ROND IEPER
10/06/2021 Lus 2: IEPER - ST. JAN
Een weekje rust en de voetjes zijn weer stap klaar 👍.
Vandaag marcheren we de 2de etappe, lus 3 St. Jan + lus 4 Ieper.
Mijn 'taxi' was daar om 7u45 en we vertrokken in de mist, maar in Jabbeke kwam het 🌞 al door en die bleef gans de dag op ons bolleke schijnen.
Om 9u starten we aan de parking van de kerk van St. Jan om 9u. Recht ertegenover ligt café 't Hof van Commerce, dezelfde naam van het etablissement in Stavele, maar de heer des huizes heeft niet het flamboyante figuur van de dame van het landhuis met zicht a/d Ijzer. Daar moeten we zeker nog eens terug voor de gezelligheid, haar boerestutten en Picon 😋.
Buiten de vaste kern, Bart, Edith en ik, zijn Filip en de nooit stilzwijgende Werner mee😉. Werner zet die plaat eens af 😄.
Sint-Jan is feitelijk een uitbreiding van de stad Ieper buiten de vestingwallen. Het werd voor het eerst vermeld in 1266, als parochia Sancti Johannis Yprensis. In 1523 was sprake van Sint-Jans buyten Ypre. Na 1237 werd hier het voorheen in de stad gelegen leprozenhuis gevestigd, bekend als Hoge Zieken, aangezien het op een heuvel lag. In 1637 werd het leprozenhuis gesloten, maar de nederzetting in de omgeving was tot een dorpje uitgegroeid. Het dorp werd geheel verwoest tijdens de WOI, vooral in 1915. Tal van militaire begraafplaatsen, oorlogsmonumenten en dergelijke herinneren aan deze tijd. (www.ieper.be)
We lopen een eindje langs de drukke Brugseweg en slaan wat verder rechts het straatje 'Wieltje' in. Hier bevindt zich Oxford Road Cemetery. Er zijn 5 perken waar volgens het huidige register 853 mensen zijn begraven, waarvan er 297 niet geïdentificeerd konden worden. Het zou gaan om 657 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er 254 niet geïdentificeerd konden worden), 74 Australiërs (waarvan 40 niet geïdentificeerd), 83 Canadezen, 37 Nieuw-Zeelanders (waarvan 3 niet geïdentificeerd) en 2 Duitsers. Voor drie doden, waarvan aangenomen wordt dat ze onder een naamloze grafsteen liggen, werd een 'special memorial' opgericht (inventaris.onroerenderfgoed.be). 100 m verder staat het monument voor de '50th (Northumbrian) Division'. De Divisie kwam hier in actie onmiddellijk nadat ze uit Engeland was aangekomen en had hier een harde strijd tijdens de slag van april 1915.
We stappen verder tussen het kerkhof en het monument dat nu langs beide zijden van ons afglijdt en zien wat verder Paulus de boskabouter de wacht houden op enkele projectielen die als sierstuk op een boomstronk werden gelegd. De omgeving is licht heuvelachtig en bestaat deels uit bebouwing, deels uit weiland. We vervolgen onze weg tot we de Zonnebeekseweg kruisen en waar de volgende begraafplaats voor ons ligt.
Franse Militaire begraafplaats Saint-Charles de Potyze. Hier liggen de roemrijke lijken van meer dan 4000 Franse soldaten gesneuveld op het veld van eer op Vlaanderens front gedurende de Grote Oorlog '14-'18 (Opschrift)
Links van het kerkhof slaan we de Begijnenbosstraat in tot we aan de drukke Zuiderring uitkomen.
(Memorial) Kapitein Henry Langton Skrine van de 6th Bn Somerset Light Infantry, twee andere officieren en elf mannen werden in deze buurt gedood, een officier en 38 mannen gewond en drie vermist in de strijd. Het gedenkteken is ook opgedragen aan de mannen van zijn regiment die met hem vielen. Naast hem het memorial van Kapitein Geoffrey Bowlby van de Royal Horse Guards (The Blues) die op 13 mei 1915 in de buurt van deze plek werd gedood terwijl hij een tegenaanval leidde. Deze twee gedenktekens stonden ergens anders, maar zijn verplaatst naar dit zeer nette en opgeruimde gebied dat door de Common Wealth War Graves Commission wordt onderhouden (www.westernfrontassociation.com/world-war).
We lopen langs rustige verharde landelijke wegen, stappen nieuwe woonwijken in met aanpalende groene speelzones en komen in een straat die ons loodrecht op de vestingen van Ieper brengt.
Langs het water van de vestingen bereiken we de Menenpoort (1927).
Al meer dan 80 jaar wordt klokslag 20u aan de Menenpoort de Last Post geblazen,
ter nagedachtenis van de 54.896 officieren en soldaten van het Gemenebest die in WO I sneuvelden op de slagvelden rond Ieper.
Ieper wordt, naast Vredesstad, ook Kattenstad genoemd. Een 18e-eeuwse legende vertelt dat levende poezen van de toren werden gegooid. Het 'waarom' hieromtrent kon niet meer achterhaald worden. Vermits de kat hier centraal staat, wordt traditioneel een 3-jaarlijkse Kattenstoet georganiseerd .
We gaan door het centrum naar de Grote Markt van Ieper en slurpen voor de 1e keer sinds Corona van een jatteke koffie.
Samen met de Sint-Maartenskathedraal vormt de Lakenhalle met zijn belforttoren de skyline van Ieper. Met zijn 125 m lengte en 70 m hoogte is het één van Europa's grootste burgerlijke gebouwen in gotische stijl. De lakenhalle herbergt het bekende museum In Flanders Fields.
Wij lopen langs het Astridpark naar het Kanaal Ieper-Ijzer en lopen wat verder parallel met de Ieperleed en kruisen ook het kanaal Ieper-Komen.
We verlaten het kanaalpad en komen bijna onmiddellijk aan bij de Site van John Mc Crae. Achter het monument dat voor hem werd opgericht, bevinden zich de betonrestanten van een medische post. Het was in deze schuilplaatsen dat de Canadese chirurg John Mc Crae tijdens WOI het gedicht In Flanders Fields schreef. Het beton van de bunkers was er nog niet. Mc Crae werkt in een uitgegraven gat in de dijk. Het gedicht begint met “In Vlaamse velden klappen rozen open”. Op het moment dat zijn beste vriend begraven wordt, bloeien overal de klaprozen. Sindsdien is de klaproos het symbool geworden van WOI: rood van bloed, zwart van rouw en werd zijn gedicht wereldberoemd (Routeyou).
Het gedenkteken hoog op de kanaaldijk is opgericht ter herinnering aan de Britse '49th (West Riding) Division', die vooral manschappen telde uit Noord-Engeland.. De Essex Farm Cemetery ligt bij de site. Het is een militaire begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission. De begraafplaats kreeg zijn naam van de nabij gelegen boerderij, de Essex Farm. Er liggen 1204 doden begraven, 104 ongeïdentificeerd. (inventaris.onroerenderfgoed.be).
We verlaten de begraafplaats en een halve km verder langs de Diksmuidseweg stappen we Duhallow A.D.S. Cemetery binnen. Een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit WOI. Centraal vooraan staat het Cross of Sacrifice en achteraan de Stone of Remembrance. Er worden 1.602 doden herdacht, waarvan 234 niet geïdentificeerd (travel.sygic.com). Terwijl we daar rondliepen, waren onderhoudsmannen van de Commonwealth War Graves Commission bezig met het verzorgen van de bloembeddingen rond de graven. Alle militaire begraafplaatsen liggen er zo verzorgd en kleurvol bij. De doden worden hier terecht in ere gehouden!
We gaan door de 'brousse' richting Ieper en komen uit aan de oude vaart Ieper-Komen. Daar wijken we even van onze route af om in een gezellig parkje wat te eten.
We vervolgen onze weg en belanden in één open groene ruimte met middenin een grote waterpartij. Een oord van rust en ontspanning, gelegen langs de historische buitenvestingsroute tussen het restaurant 't Eilandje en de Rijselpoort. Hamiltonpark, dar wat verder overgaat in het Ketelkwaad, verwijst naar de Nieuw-Zeelandse stad Hamilton omdat vele duizenden mannen naar het front van de Ieperboog trokken tijdens WOI en er meer dan 5.000 sneuvelden in ‘Flanders Fields’.
Ramparts Cemetery Lille Gate ligt op de vestingen, aan de Kasteelgracht en naast de Rijselpoort. Franse troepen begonnen reeds in 1914 met de aanleg van de begraafplaats. Van februari 1915 tot april 1918 werd het verder door de Britten gebruikt. De Franse graven werden na de oorlog verwijderd. Aanvankelijk lagen veel meer doden begraven op de vestingen maar deze werden na de oorlog overgebracht naar andere begraafplaatsen. Enkel de 198 graven op de Ramparts Cemetery, Lille Gate bleven over. Daarbij zijn er 163 Britten (9 konden niet geïdentificeerd worden), 10 Canadezen, 11 Australiërs en 14 Nieuw-Zeelanders (waarvan er 10 tot het New Zealand (Maori) Pioneer Battalion behoorden). Op 11 oktober 1999 werden vier lichamen van militairen die werden opgegraven bij de Sint-Jacobskerk toegevoegd. In 1986 werd de begraafplaats als monument beschermd (Ieper.be).
De Rijselpoort is de oudste en nog enige bewaarde stadspoort en stamt uit de 14de eeuw (Ieper.be).
We volgen de vestingwallen tot aan de Rijselpoort en gaan rechtsaf door het Hoornwerkpark om terug uit te komen aan de vestingen en de Menenpoort die we nu voorbij lopen.
Door de woonwijken en een oude spoorwegbedding zetten we koers naar St. Jan, die al in de verte opduikt.
De laatste km via het Bellewaardebeekpad met zijn gelijknamige beek brengt ons nog een mooi stukje groene natuur.
In het laatste rechte stukje haalt Bart z'n verrekijker boven en ziet dat er beweging is aan het café. We zetten nog een stevige pas in en bereiken goedgemutst het terras. Hermien van de kerelinnen (naam dat de mannen aan de fietsvriendinnen hebben gegeven😊) die van haar pa uit Ieper kwam, reed toevallig langs het café op weg naar huis en zag ons zitten. Een aangename verrassing. We klinken hier op een schitterende dag en op Soetkin, het 1e kindje van Kim & Wietse en op de kersverse grootouders Edith & Bart. Deze afdronk werd nog verder gezet met oma en opa op een Brènings terras 😉.
Volgende donderdag 17/06 stappen we de lussen Vlamertinge - Brielen.
Allen daarheen zou ik zeggen, alhoewel de weersvoorspellingen er niet goed uitzien 😕.
Maak jouw eigen website met JouwWeb