06 - 07/07/2021 met Magda naar Calais
Elk jaar maken Magda en ik een 2-daagse uitstap voor ons Nieuwjaar. Verleden jaar heeft Covid-19 daar een stokje voor gestoken en telkens we een nieuwe datum planden stak het virus weer z'n kop op. Maar nu we beiden ingeënt zijn en de grenzen tussen België-Frankrijk weer open zijn, maken we van de nood een deugd en vertrekken met de CovidSafe app naar la douce France.
Magda pikt mij op en via de A18 in Gistel rijden we 127 km verder naar Audinghen. Dit dorp is gelegen aan de Opaalkust en behoort tot de Two Caps, nl. Cape Gris-Nez en Cape Blanc-Nez dat 15 kilometer noordelijker ligt. Een groot deel van de dag was het weer stormachtig met rukwinden tot 80 km/uur.
We hadden gereserveerd in restaurant "La Siréne", gelegen op het uiterst puntje van de Cap en gekend van de Vlaamse film "Achter de wolken". Hier moet je de fruits de mer (alhoewel die een beetje tegengevallen zijn) komen eten en met een beetje geluk zit je aan het venster met een prachtig uitzicht.
Eindelijk kunnen we klinken op Nieuwjaar 2020!
Nu de calorieën terug afwerken en wat gaan uitwaaien langs het duinpad richting Wissant.
Zot zijn doet geen pijn, maar als je met een frozen shoulder zit moet je even doorbijten voor een leuke foto š.
Even tegen de wind opbotsen.
De krachtige wind doet het zand opstuiven en we keren op onze stappen terug. De auto brengt ons 7 km verder naar Wissant, een boerendorpje met vissershaven, gelegen in het midden van de 2 Caps. Wissant is samen met Audresselles het laatste vissersdorp in Frankrijk dat een traditionele manier van vissen gebruikt met behulp van een houten boot genaamd een flobart. Dit een stranding boot uitgerust met wielen, in staat om te drijven in minder dan dertig centimeter water en gebruikt voor de visserij op de Opaalkust van Berck tot Calais.
Na een 'grand café' zetten we ons reisje verder naar ons hotel 'The Holiday Inn' in Coquelles (of is het Qoquilles/Qoquailles šš) op een 7 km van Calais. Coquelles ligt vlak bij de ingang van de Kanaaltunnel.
We maken nog een avondwandeling, maar we waren snel uitgekeken want niets te beleven in Coquelles!
Na een uitgebreid ontbijt op 't terras, de nieuwe aankoop nog even vastleggen en onze jaarlijkse 'bed scene foto' gaan we nog, op amper 1 km van het hotel, naar de Cité Europe.
Een internationaal shoppingcenter met 140 winkels op een opp. van 73.000 m2, een hypermarkt, een bioscoopcomplex, een speeltuin (bowlen, biljarten, arcadespellen, enz.), een food court met pubs, fastfood, enz. Maar trop is teveel en teveel is tropšØ, we houden het voor bekeken.
Het is intussen middag geworden en we gaan 6 km verder in Calais nog een uitgestippelde stadswandeling doen.
We parkeren de auto op 800 m van ons parcours en volgen Boulevard Léon Gambetta tot aan Place Albert 1er, waar het Grand Théatre de Calais (1903) zich bevindt . Het theater is gebouwd in barokke stijl, naar het voorbeeld van het Palais Garnier. Het monument ervoor is ter ere van Joseph-Maire Charles genaamd Jacquard (1752-1834). Hij ontwierp de weefmachines die ook nu zijn naam nog dragen. Aan het theaterplein steken we de boulevard over en komen in de rue de Jacqaurd om 500m verder rue de Vic in te slaan (hier horen we de weefmachines van een kantfabriek) tot aan het kanaal Calais-Saint-Omer.
In Calais bestaat een traditie die teruggaat naar het einde van de 18e eeuw. Deze traditie is la dentelle de Calais, waarvan de bekendheid tegenwoordig tot ver over de grenzen gaat. Destijds ontvluchtten Engelse tulle-fabrikanten de economische crisis in hun thuisbasis Nottingham, en vestigden zich onder andere in Calais. Ze pasten vervolgens hun fabricagemethodes aan voor het Jacquard systeem, en zo is kant ontstaan (france-voyage).
Langs Quai du commerce ligt het gemeentelijk administratief centrum. In heel de stad zijn alle omhulsels rond vuilbakken, bloembakken en ook de balken op dit gebouw vervaardigd uit ijzer met kantmotief.
We verlaten de kade en gaan naar het stadhuis dat in het centrum van de stad ligt. De bouw (1911) van het stadhuis staat symbool voor de vereniging van twee steden Saint-Pierre en Calais. De algemene architectuur van dit monument met zijn 75 meter hoge belfort staat sinds 2005 op de werelderfgoedlijst van UNESCO (calais-cotedopale).
De Burgers van Calais (les Bourgeois de Calais (1888)) is een bronzen beeldhouwwerk dat zes personen uitbeeldt van de beeldhouwer Auguste Rodin (Wikipedia).
Monument aan de doden (Monument aux morts) werd na de WOII herbouwd, omdat het 1e standbeeld werd vernietigd in WOI).
Canal Calais-Saint-Omer.
Wat verder komen we aan in het Parc Richelieu, waar 2 bronzen beelden van 3 m hoog staan van Sir Winston Churchill en generaal De Gaulle. 7 bogen in gegalvaniseerd staal gelakt symboliseren Frankrijk in wederopbouw (berthaud-sculpture).
We gaan door het park naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk (Église Notre-Dame (12e eeuw)). Hier huwden Charles de Gaulle en Yvonne Vendroux op 7 april 1921.
Verderop komen we in de Vissenwijk en de haven van Calais, waar de ferry's klaar liggen voor de overtocht naar Dover. Ondanks het mooie weer, waren de 'white cliffs' niet te zien. De achthoekige Vuurtoren van Calais bevindt zich op een hoge plek in het oude stadshart, in het verlengde van de oude zeehaven. De 55 meter hoge toren telt 271 treden en is opengesteld voor het publiek.
We verlaten de Vissenwijk en gaan naar Place d'Armes, die ooit het belangrijkste levendige gebied van het middeleeuwse Calais was. Helaas werd het grootste deel vernietigd in de oorlog en van het oorspronkelijke plein is alleen de 13e-eeuwse uitkijktoren overgebleven. Bij de renovatie werd Place d'Arme begiftigd met het bronzen standbeeld van Charles de Gaulle en Yvonne Vendroux (geboren in Calais) (Wikipedia). Even pauzeren bij het café de la Tour dat grenst aan de wachttoren.
Via de Rue Royale (winkelstraat) en langs Calais Gare bereiken we het Parc Saint-Pierre. Een bosrijke omgeving in het midden van de stad tegenover het stadhuis. Centraal staat de fontein van de '3 gunsten' (Fontaine des ‘Trois Grâces), een prachtige bronzen fontein uit 1863.
Het blokhuis gelegen in het hart van het park, is een voormalige bunker van de Duitse marine. 94 meter lang, het diende als een telefooncentrale en commandopost.
Tegenwoordig huisvest het pand het Museum van Herinnering 39-45. Nog 1 km stappen en we bereiken voldaan de auto en gaan via de A16 richting kottem.
Magda had nog zin in een ijsje bij Verdonck in Veurne en daar zeg ik geen neen tegen. We nemen dus op de autostrade de afrit N34 Adinkerke en genieten nog van een lekkere coupe. Pierre Verdonck (de stichter) lag aan de basis van de Veurnse Babelutten (door een recept van z'n Oostendse schoonmoeder aan te passen) en het alom bekende Roomijs Verdonck. De eerste zaak van Verdonck in 1922 op de grote markt van Veurne heette dan ook “Oostendsche suikerbakkery” (confiserielarmuseau). Nu is de 3de generatie (kleinzoon) aan de beurt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb