08/01/2020 Coronawandeling Damme
In navolging van een aantal andere wandelclubs probeert ook Levenslijn Damme aan dit gemis een mouw aan te passen onder de vorm van een permanent wandelparcours van 6 – 11 of 15 km dwars doorheen Damme en Oostkerke. En dit vanaf dinsdag 15 december 2020 tot en met 31 januari 2021.
Start: parking Damme-Oost Oude Sluissedijk 8340 Damme-centrum. Wij parkeren ons op de parking aan de Damse vaart-zuid, net voor het centrum,
Deelnemers: Bart, Edith, Jenny
Afstand: 16 km (ommetje gemaakt)
We stappen onmiddellijk op de stadswallen, langs het Zuidervaartje-Zuid en een gedichtenparcours, de prachtige natuur in.
Het Zuidervaartje loopt vanuit Brugge naar het stadje Damme en is ongeveer 8 kilometer lang. Dit Zuidervaartje werd in 1841 aangelegd op verzoek van de gemeente Sint-Kruis. Het werd gegraven om het water uit het zuiden, Oedelemberg en de Assebroekse meersen, af te leiden
De Onze-Lieve-Vrouwekerk in Damme werd in 1225 gebouwd. In de loop van de 13de eeuw werd ze verder uitgebouwd in de Scheldegotiek, een romaanse stijl met gotische elementen. Ook later werd de kerk verder verfraaid. In de 14de eeuw kwam bovenop de stoere toren met spits. Je kan deze toren beklimmen, heeft 206 trappen.
Aan de richtingaanwijzer GR-boom Damme, steken we de Kerkstraat over en volgen nu het Zuidervaartje Oost richting Damse vaart.
Brug vermoedelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw , Drieledige bakstenen boogbrug aan beide zijden voorzien van sierlijke trekankers. Bakstenen borstweringen centraal oplopend; natuurstenen keperboogvormige afdekplaten. Gekasseide wegbedekking. Op de brug aan de westzijde, zesdelig ijzeren ophaalmechanisme van rabot. (Bron: onroerend erfgoed Vlaanderen)
We komen terug uit op de Damse Vaart-Zuid en stappen door tot op het einde waar we een kanaal (eigenlijk 2) moeten kruisen, In de volksmond worden deze de "Stinker" en de "Blinker" genoemd.
Damme werd doorsneden door twee afwateringskanalen: de Leopoldvaart (1847) die komt van Zelzate en die het overtollige water van de Belgische grensstreek naar de zee voert te Heist, alsook de Schipdonkvaart (1855) die komt van Deinze over Schipdonk en die het overtollige water van de Leie naar Heist voert,(Bron: Zwin Gevoelsstreek). Bij het oversteken van deze vaarten, val je bijna figuurlijk in het restaurant Siphon binnen. Iemand zin in een fazantje, kreeft of paling, hier kan je heerlijk en sfeervol tafelen in de feeërieke polders.
Let op de reiger onderaan de middelste foto .
We naderen Oostkerke met in de verte de markante polderkerk Sint-Kwintens en passeren het kasteel van Oostkerke.
Het "Kasteel van Oostkerke" is een prachtig kasteeldomein palend aan de zuidelijke rand van de dorpskern van Oostkerke. Het kasteel is de historische residentie van de Heren van Oostkerke, gekenmerkt door een opperhof-neerhofstructuur. De resten van de middeleeuwse neerhofgebouwen werden in de 19de en 20ste eeuw omgevormd tot een grote, pittoreske villa. In het midden van de 20ste eeuw liet de familie van der Elst de omgeving van het kasteel omvormen tot een prachtige architecturale kasteeltuin.
De Sint-Kwintenskerk met haar stoere, platte toren is hét herkenningspunt van Oostkerke. Rond het jaar 1100 stond er hier al een romaanse kerk. De kerk van Oostkerke was een van de eerste uit de omgeving, In de 13e eeuw werd de kerk in gotische stijl herbouwd. In de 17e eeuw moesten verbouwingswerken worden uitgevoerd nadat de Geuzen een bezoek brachten aan de kerk. De laatste vernieling was meteen ook de ergste en gebeurde op het einde van de 2de Wereldoorlog. Terugtrekkende Duitse soldaten plaatsten 2500 kg dynamiet in de toren die de toren deed instorten waardoor bijna de hele kerk werd verwoest. Tussen 1952 en 1954 werd de kerk heropgebouwd in haar vroegere staat. Het is goed mogelijk dat de kerktoren van Oostkerke vroeger dienst deed als vuurtoren voor de schippers, gezien haar ligging aan de Zwinmonding. (Bron: Damme-online)
Govaerts kapelletje: Dit kapelletje staat nabij de grens met Oostkerke aan de hoeve van de familie Govaert. Naar aanleiding van het verbod op wapenbezit !n de Tweede Wereldoorlog kreeg men nogal wat Duitse soldaten op controle over de vloer. Bij Theophiel Govaert en Louise Lamote zat de schrik er danig in want op de hoge kast in de woonkamer lag een niet aangegeven geweer. Een van de controlerende soldaten plaatste een stoel bij de kast om te voelen wat er op lag. Na aanstalten gemaakt te hebben om op de stoel te stappen weerhield hij zich en bleven de Govaerts gespaard van een sanctie. Uit dank voor dit miraculeus gebeuren liet Theophiel het kapelletje van O.L.V. van de Vrede oprichten. Tot midden de jarenl960 ging de sacramentsprocessie nog tot hier. (Bron: Zwin Gevoelsstreek).
We bereiken Oostkerke, die blijkbaar het mooiste witte polderdorp van West-Vlaanderen is.
We verlaten Oostkerke en spotten een ooievaar, die zich niet aan ons stoorde. Een streling voor het oog.
De dorpsmolen van Oostkerke werd voor het eerst vermeld in 1336, Tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1648) werd hij vernield. In 1643 werd de houten staakmolen In 1874 brandde de molen af. Eén molenijzer dateert nog van 1643 en in de molenkap staat het jaartal 1874. Er ligt eveneens een gedenksteen ter nagedachtenis aan een dodelijk ongeluk dat zich hier in 1924 heeft voorgedaan toen het jonge molenaarszoontje gegrepen werd door één van de draaiende wieken van de molen. Na deze gebeurtenis werd niet meer met de molen gemalen. In 1964 werd het beschermd als monument. In 1970-73 werd de molen volledig gerestaureerd en een kleine 20 jaar later werd hij weer maalvaardig gemaakt (koren). (Bron: Molenecho's)
"Oude Molen" of de "Molen Mengé" werd gebouwd in 1854, en diende eveneens voor het malen van koren. Hersteld in 1886 en in 1889 al niet meer bruikbaar, voor zijn oorspronkelijke doeleinden. In 1890 werden er de wieken afgehaald. Tussen 1910 en 1930 bewoond door een zekere Louis Mengé, aan wie de molen zijn naam te danken heeft. In 1937 eigenaar van baron Joseph van der Elst (de kasteelheer). Hij liet de deuren, ramen en het interieur vernieuwen en op de bovenkant een betonnen platform gieten. Rond het platform werd ook nog een ijzeren leuning geplaatst. Tijdens de 2e Wereldoorlog zou de romp tijdelijk als woning hebben gediend. Het molenhuis, de stallingen en de molenromp werden in 1944 vernield; enkel de molenromp werd hersteld. Deze molen behoort tot het domein van het kasteel van Oostkerke. (Bron: Molenecho's)
We komen terug uit aan de "Stinker" en de "Blinker" met populieren als kathedralen.
We verlaten het Scheepsdonkkanaal en stappen de Verse Vaartdijk in naar het natuurdomein "Het Verbrand Fort". Het is een vierkante aarden omwalling met grachten, die begin achttiende eeuw werd gebruikt tijdens de Spaanse Successieoorlog. In het midden van het terrein stond toen een houten uitkijktoren, maar die is afgebrand, vandaar de naam Verbrand Fort.
Even beschutting zoeken in een vogeluitkijkpost en onze lunchpakket verorberen. Bart haalt z'n verrekijker boven en ziet in elke vogel een kalkoen 😂
Het einde is in zicht, maar we gaan nog eens tot aan de "Schellemolen", die op een van de pittoreske plaatsen langs de Damse Vaart staat te prijken.
Op deze plaats stond sinds het ontstaan van het stadje al een houten standaardmolen, de Scellemeulen genaamd. Deze molen was eigendom van de graven van Vlaanderen. In 1267 werden die rechten door gravin Margareta van Constantinopel verkocht aan de stad. De helft van de opbrengst moest echter nog steeds aan de graven gegeven worden. In 1867 gebouwd op de wal van een oude houten molen. Sedert eeuwen stond hier een banmolen waarvan het leenrecht in 1267 aan de stad werd verkocht door gravin Margareta van Constantinopel. In de molenwal is een olieslagerij ondergebracht.
Damme heette eigenlijk eerst Hondsdamme (vandaar de hond in het wapenschild) en op de toren. Die naam heeft echter niets te maken met een hond, maar met een "honte". Dat is een modderige plaats aan de monding van een stroom.
Via het Kattestraatje bereiken we het kunstwerk van Tijl Uilenspiegel,
Dit is een bronzen beeldengroep op bakstenen muur geplaatst op het plantsoen van het smalle pleintje tussen de Damse Vaart-Zuid en de Speystraat, die ten zuidoosten erbij aansluit. Het kunstwerk stelt Tijl Uilenspiegel voor die een spiegel voorhoudt aan dieren die een deel van de maatschappij symboliseren, hierbij verwijzend naar een passage waar Uilenspiegel dit doet op de markt te Damme. De uilen staan voor de geleerden, de maraboes voor de geestelijken, de ezel met de bel voor de politici en de kikkers tenslotte voor het gewone (kwakende) volk
Het was een frisse natte neuzendag, maar we hebben weeral genoten van Damme en Oostkerke, 2 schilderachtige gehuchten in de uitgestrekte polders.
Een winterse wandeling met oog voor cultuur en natuur.
Maak jouw eigen website met JouwWeb